Met een gepersonaliseerde DNA-medicatiepas kan een apotheker of arts snel zien of je een medicijn wel goed verdraagt. Is een DNA-medicatiepas de oplossing voor nare bijwerkingen van geneesmiddelen?
“Mocht ik ooit dikkedarmkanker krijgen en daarvoor in aanmerking komen voor chemotherapie met capecitabine, dan heb ik maar de helft van de standaarddosering nodig”, zegt Jesse Swen, hoogleraar klinische farmacie en farmacogenetica in het LUMC. Hij legt een pasje op tafel met daarop het LUMC-logo, zijn naam, geboortedatum en een QR-code. En het woord ‘DNA-medicatiepas.’
Hij scant de QR-code met zijn telefoon. Er verschijnt een hele rits van medicijnen op alfabetische volgorde. Klikt hij een medicijn aan, dan verschijnt een stuk tekst dat leest als een bijsluiter: waar het medicijn voor is en een persoonlijk advies hoeveel je ervan moet nemen. Bij de pijnstiller codeïne staat er bijvoorbeeld dat het niet zo geschikt is voor Swen. Als je dat neemt, moet het lichaam het eerst omzetten in morfine voordat het werkt. En dat omzetten gebeurt bij Swen heel langzaam. Dat komt door een afwijking in het enzym CYP2D6 (zie kader).
Lees hier het volledige artikel.