Patiëntverhaal.
Om de tumor in haar blaas te bestrijden, kreeg Maria (80) de ene na de andere spoeling. Na dik vijftien jaar was de blaas zo van slag dat een operatie onvermijdelijk was: de blaas moest eruit. “Ik had veel pijn in mijn onderlijf en zat soms te gillen op de wc.”
“Het begon in 2006 met een blaasontsteking en bloed in mijn urine. Toen mijn huisarts me voor de derde keer een antibioticumkuur voorschreef, zei mijn gevoel: er klopt iets niet. Ik vroeg om een verwijzing naar een uroloog. Mijn man – die toen nog leefde – zei: ‘We gaan naar een universitair ziekenhuis, want daar doen ze onderzoek en dat is beter dan een gewoon ziekenhuis.’ Zo kwam ik bij het LUMC terecht.
Ik had een carcinoom in situ, een tumor in het slijmvlies van de blaas. Een agressieve, oppervlakkige vorm van blaaskanker. Ik kreeg een jaar lang blaasspoelingen met medicijnen. Een keer in de drie maanden deed de uroloog een cystoscopie, een inwendig onderzoek van de blaas. Het resultaat van de behandeling was uitmuntend. Ik was dus tevreden en vergat zelfs een beetje dat ik kanker had.
Twee jaar later was het weer foute boel en volgde opnieuw een traject met blaasspoelingen. Na de eerste cystoscopie zei de uroloog: ‘De spoelingen werken fantastisch!’ Maar na een tijdje ging het toch weer niet goed. Zo gingen we dik vijftien jaar door. Ik heb enorm veel spoelingen gehad en de tumor kwam elke keer weer terug. De uroloog bleef zeggen: ‘De tumor reageert nog steeds op de spoeling, we gaan gewoon door.’”
Lees hier het volledige artikel.