Zorg je voor je zieke partner, of bied je weleens hulp aan een hoogbejaarde buurman of -vrouw? Misschien maak je je dan weleens zorgen of hij of zij wel genoeg eet. Wanneer kun je zelf iets doen, en wanneer bel je de huisarts of een diëtist?
Ondervoeding komt vooral voor bij ziekte en bij ouderen. Op oudere leeftijd is het soms lastig om regelmatig, gezond en voldoende te eten, vanwege bijvoorbeeld minder eetlust of kauwproblemen. Hoe herken je het als verzorger en wat kun je eraan doen?
Als iemand ondervoeding heeft, krijg hij of zij minder eiwitten, vitamines, mineralen en energie (calorieën) binnen dan hij nodig hebt. Het lichaam gebruikt dan reservevoorraden in vet- en spierweefsel. Zo worden vet en spieren afgebroken. Vooral de afbraak van spieren is nadelig. Dit kan tot gevolg hebben dat de persoon in kwestie meer belemmeringen ervaart bij dagelijkse activiteiten. De kans om te vallen neemt toe.
Als je als mantelzorger ziet dat iemand:
- onbedoeld gewichtsverlies heeft
- weinig of verminderde zin heeft om te eten en te drinken
- meerdere dagen achter elkaar niet of nauwelijks heeft gegeten
…dan is het tijd om de huisarts te bellen. Het is meestal namelijk niet zo gemakkelijk om vanzelf weer voldoende en gezond te gaan eten. De arts verwijst je door naar een diëtist. Samen stel je een behandelplan op voor degene om wie het gaat.
Lees hier het volledige artikel.