Steeds vaker worden er gewrichtsprotheses bij patiënten geïmplanteerd. De meeste bekende gewrichten zijn de heupprothese en knieprothese. Deze protheses zijn mooie oplossingen voor de patiënten die het nodig hebben, maar hebben het nadeel dat het gewricht geïnfecteerd kan raken. Dat gebeurt bij zo’n 1,5% tot 2% van de patiënten.
Als dit gebeurt, is dit voor de patiënt een ernstig probleem omdat het moeilijk is om zo’n infectie weer weg te krijgen.
In het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) wordt vanuit de afdeling Infectieziekten onder leiding van professor Mark de Boer en drs. Henk Scheper in samenwerking met de afdeling Orthopedie onder leiding van professor Rob Nelissen en veel andere Nederlandse ziekenhuizen onderzoek gedaan om de zorg voor patiënten met een geïnfecteerde gewrichtsprotheses te verbeteren.
Een infectie van een gewrichtsprothese is moeilijk te behandelen, vooral omdat antibiotica op zichzelf onvoldoende werken. Deze ernstige complicatie gaat samen met heroperaties, lange ziekenhuisopnames, beperkte mobiliteit en een langdurige- en complexe antibioticabehandeling. “Er is eigenlijk nooit goed onderzocht welke antibiotica het meest geschikt zijn voor de behandeling van deze vorm van infectie”, volgens De Boer. Binnenkort wordt daarom gestart met een gerandomiseerde trial bij patiënten met een geïnfecteerde gewrichtsprothese op het gebied van antibiotica. Dat is mogelijk gemaakt door een ZonMW-subsidie van 700.000 euro vanuit het programma Goed Gebruik Geneesmiddelen.
Lees hier het volledige artikel.