Veel ouderen krijgen in de laatste fase van hun leven te maken met het verlies van hun partner. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat vijfentwintig procent van deze ouderen moeite heeft om met dit verlies om te gaan. Dit kan op haar beurt leiden tot eenzaamheid, depressie of fysieke klachten.
Om te achterhalen wat ouderen kan helpen om te gaan met verlies, voerden het Nationaal Ouderenfonds, coöperatie DELA en Roessingh Research and Development samen met partners uit Zwitserland en Portugal een apart onderzoek uit onder deze doelgroep. Daarbij werden rouwende ouderen uit deze drie landen geïnterviewd. Wat bleek? Ouderen blijken behoefte te hebben aan lotgenotencontact.
Onderzoekers van de organisaties hielden in de verschillende landen diepte-interviews met dertig weduwen en weduwnaars. Tien hiervan wonen in Nederland. Deze rouwende ouderen gaven aan dat, na het overlijden van hun partner, zij vaak niet de steun vonden in de directe omgeving waar zij wel op hadden gehoopt of zelfs gerekend.
Achtergebleven partners merken dat het contact – als alleenstaande – met de vertrouwde kring anders voelt dan voorheen. Zij gaan daarom vaak op zoek naar nieuwe contacten voor steun. Degenen die in hetzelfde schuitje zitten, zijn daarbij het meest waardevol.
Lees hier het volledige artikel.