Opnieuw krijgen 17 hoogleraren langdurige financiële ondersteuning van het Reumafonds. Deze beslissing volgt uit een internationale visitatie van de Nederlandse reumaonderzoekers, afgelopen mei. De continue financiële ondersteuning zorgt voor ijzersterke onderzoeksgroepen.
Het meeste wetenschappelijk onderzoek wordt verricht met kortdurende subsidies. Na maximaal 4 jaar moet het onderzoek klaar zijn. Dit heeft vaak gevolgen voor de continuïteit van het onderzoek.
Voor het delen van onderzoeksresultaten, maximaal nationaal en internationaal samenwerken en het opbouwen van een sterke onderzoeksgroep is dan vaak geen geld meer.
Het Reumafonds is, voor zover bekend, het enige fonds dat onderzoeksgroepen langdurig ondersteunt. Het Reumafonds geeft deze langdurige steun al sinds de jaren 80 van de vorige eeuw, naast de kortlopende subsidies van 1 tot 4 jaar voor onderzoeksprojecten.
Na vijf jaar visitatie
De langlopende steun is voor minimaal 5 jaar. Iedere vijf jaar worden de onderzoeksgroepen gevisiteerd. Het wetenschappelijke werk wordt dan beoordeeld door een commissie die bestaat uit topwetenschappers uit diverse Europese landen. Na de visitatie beslist het Reumafonds welke onderzoeksgroepen voor vijf jaar (opnieuw) financiering ontvangen. De laatste visitatie was in mei 2013. Het gaat om ongeveer 100.000 € per hoogleraar.
Nieuwe expertcentra
Na de laatste visitatie besloot het Reumafonds 17 hoogleraren te (blijven) steunen. Vier hiervan zijn nieuw:
• Prof. dr. Cor Verweij- immunologie VUMC Amsterdam. Onderwerp: voorspellen of een behandeling effect zal hebben in de eerste fase van reuma
• Prof. dr. Barend van Royen- orthopedie VUMC Amsterdam. Onderwerp: duidelijk maken wat de invloed van beweging is op artrose
• Prof. dr. Marcel Karperien – biomedische technologie Twente, Enschede. Onderwerp: inzet technologie bij opsporing en behandeling artrose
• Prof. dr. René van Weeren – diergeneeskunde Universiteit Utrecht. Onderwerp: wat kunnen we leren van het onderzoek bij dieren voor de behandeling van artrose bij mensen?
Ieder centrum eigen expertise
De langlopende steun heeft ervoor gezorgd dat het Nederlandse reumaonderzoek momenteel in de wereldtop staat. De professoren hebben ieder hun eigen onderzoekexpertise, wij noemen dat Programmalijnen.
In het ene programma houdt de onderzoeksgroep zich bezig met de vroegste opsporing van reuma, in de ander op herstel van kraakbeen, of de inzet van technologische mogelijkheden bij de behandeling.
Sommige onderzoeksgroepen richten zich op meerdere vormen van reuma, andere alleen op bijvoorbeeld jeugdreuma of artrose.
Lees hier meer over de onderzoeksgroepen die langlopende steun van het Reumafonds ontvangen.
Bron: Reumafonds