Berichtgeving over wat gezond is of wat je gezondheid ernstig bedreigt doet het altijd goed. De grote media-aandacht voor het bericht dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) meent dat de suikervervanger aspartaam op de lijst van ‘mogelijk kankerverwekkende’ stoffen thuishoort was dus weinig verrassend.
Op diezelfde WHO-lijst staan overigens ook knakworstjes, mobiele telefoons en aloë vera, dus dat relativeert het alvast een beetje. Voor al deze dingen geldt dat de wetenschappers gewoon niet precies weten of de blootstelling überhaupt schadelijk is en, zo ja, in welke hoeveelheid dan wel.
In het geval van aspartaam is er al jarenlang het advies om dagelijks maximaal 40 milligram per kilogram lichaamsgewicht te gebruiken, dat is voor een volwassene dus ongeveer 3 gram. Om daarboven te komen, moet je elke dag meer dan 5 liter frisdrank light drinken. Als je dat doet, heb je trouwens wel iets meer om je zorgen over te maken dan een licht verhoogd kankerrisico.
Het kankerrisico bij gebruik van zoetstof is vooral gebaseerd op onderzoek bij ratten en muizen en gaat om een aspartaaminname die equivalent is met 25 liter light frisdrank per dag bij mensen. Dat leidt tot afwijkingen in cellen van de dieren die geassocieerd zijn met een verhoogde kans op kanker. Er is overigens nog geen enkele muis of rat op de wereld die zelfs na deze extreem hoge blootstelling aan aspartaam echt een tumor heeft ontwikkeld.
Lees hier het volledige artikel.