Een korte kuur antibiotica lijkt net zo goed bij gecompliceerde buikinfecties als een langere. Deze conclusie trekken Robert Sawyer e.a. op basis van vergelijkend onderzoek dat ze beschrijven in de New England Journal of Medicine.
Zij voerden de studie uit bij 518 volwassenen met een gecompliceerde intra-abdominale infectie – waarvan een derde deel afkomstig was uit de dikke darm; verder bijvoorbeeld appendix, pancreas of maag – waarbij een ingreep plaatsvond om de infectiebron te elimineren, zoals drainage of een resectie.
De helft moest nadien een antibioticakuur van vier dagen krijgen, of de symptomen nu wel of niet over waren. De andere helft stopte pas als de systemische ontstekingssymptomen twee dagen weg waren, en maximaal tien dagen. Deze laatste aanpak is volgens de auteurs momenteel gebruikelijk.
De mediane behandelduur was vier respectievelijk acht dagen. In de korte-kuurgroep werd opvallend genoeg minder van het protocol afgeweken dan in de controlegroep (18 versus 27%). Tussen beide groepen was geen verschil in de primaire uitkomstmaat: wel of niet optreden van infectie van het geopereerde gebied, nieuwe infectie of overlijden binnen dertig dagen. Ook op allerlei secundaire uitkomsten, en na subgroepanalyse, was er geen significant verschil tussen beide.
Lees hier het volledige artikel.