Het Nibud heeft nu ook het aangepaste regeerakkoord doorgerekend zoals het kabinet dat afgelopen maandagavond 12 november heeft gepresenteerd. Tussen 2012 en 2017 ziet het Nibud koopkrachtverschillen die variëren van min 15,9% tot plus 5,2%. Het Nibud kon deze analyse maken omdat het instituut al eerder op verzoek van de Tweede Kamer een analyse had gemaakt van het oorspronkelijk reageerakkoord. De nieuwe plannen, zoals het vervangen van de inkomensafhankelijke zorgpremie door aanpassingen in de arbeidskorting en de algemene heffingskorting, konden daardoor ook vrij eenvoudig worden geanalyseerd. Het Nibud ziet dat er minder extreme koopkrachtverschillen zijn, maar dat bijstandsgerechtigden nog steeds flink inleveren. Werkenden met lage en hoge inkomens leveren minder in, maar de middeninkomens zijn door de aanpassingen iets slechter af.
Verschil oud en nieuw regeerakkoord
In vergelijking met het oorspronkelijke regeerakkoord laat het aangepaste akkoord zien dat huishoudens maximaal 2,9% extra aan koopkracht inleveren en er maximaal 6,1% extra op vooruit gaan. Zo ging bijvoorbeeld een alleenstaande met een inkomen van € 75.000 er bij het eerste regeerakkoord 8,2% op achteruit, bij het aangepaste akkoord is dat -2,1%, een verbetering van 6,1%. Verder valt op dat er minder extreme percentages zijn dan het bij het eerste regeerakkoord. Verder ziet het Nibud dat alleenverdieners (huishoudens met twee volwassenen waarbij er één werkt) meer voordeel van de aanpassingen hebben dan tweeverdieners. Ook zijn de middeninkomens nu iets slechter af en de lage en hoge inkomens iets positiever af. Alleen bijstandsgerechtigden gaan er nog steeds op achteruit, al iets het wat minder dan bij het eerste regeerakkoord. En de echtparen boven de 65plus leveren meer in. Dit komt omdat aangepaste fiscale maatregelen ongunstiger voor deze groep uitwerken.