De overleving van patiënten met maagkanker is tussen 1989 en 2013 sterk gestegen. Deze verbetering hangt waarschijnlijk samen met de sterke toename van het aandeel patiënten dat een maagoperatie plus chemotherapie kreeg aangeboden.
Uit onderzoek van Stijn Nelen (Radboudumc) en collega’s blijkt echter dat jonge patiënten (tot 70 jaar) vaker een operatie en chemotherapie krijgen dan oudere patiënten. Waarschijnlijk is daardoor de overlevingskloof tussen beide patiëntengroepen toegenomen. Volgens de auteurs is er meer onderzoek nodig naar behandelopties voor (kwetsbare) ouderen met maagkanker om hun overlevingskansen te verbeteren.
In de studie van Nelen en collega’s zijn trends onderzocht in de behandeling en overleving van jonge versus ouderen patiënten met potentieel curabel maagkanker in Nederland. Hiervoor werden alle patiënten met non-cardia maagkanker geselecteerd in de databank van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) met een potentieel geneesbaar stadium van maagkanker (cTX-3, cNX-3 en cMX-0) gediagnosticeerd tussen 1989 en 2013. In totaal werden 8.107 jongere en 13.814 oudere patiënten met maagkanker geïncludeerd.
De onderzoekers bepaalden trends in de behandeling en de algehele overleving en maakten hierbij een vergelijking tussen jonge patiënten (jonger dan 70 jaar) en ouderen (70 jaar of ouder). De waarschijnlijkheid dat patiënten in de meest recente periode een operatie en chemotherapie kregen, werd vastgesteld met behulp van multivariabele logistische regressieanalyse. Daarnaast werd multivariabele Cox-regressie-analyse gebruikt om factoren te identificeren die samenhangen met de overleving.
Lees hier het volledige artikel.