Kanker opsporen in bloed door bio-informatica

Het is nog toekomstmuziek, maar er wordt hard aan gewerkt
Stel je voor: aan het bed van een kankerpatiënt met een handzaam apparaatje DNA-onderzoek doen om na te gaan of de behandeling is aangeslagen. Het is nog toekomstmuziek, maar er wordt hard aan gewerkt.

Onderzoeker en bio-informaticus Jeroen de Ridder gaat na hoe bij patiënten met hoofd-halskanker restjes tumor-DNA in het bloed is op te sporen. Dat biedt namelijk informatie over het behandelsucces of het terugkeren van tumoren.

Als je de aanwezigheid van kanker binnen een mum van tijd kunt vaststellen op basis van bloedonderzoek, dan is daar veel mee gewonnen. Voor de patiënt is bloed prikken immers veel minder belastend dan een scan maken of een hapje uit de tumor nemen (een biopt). Jeroen de Ridder en zijn collega’s onderzoeken de mogelijkheden hiervoor. DNA-onderzoek en bio-informatica vormen daarbij de basis. “In het lichaam gaan steeds cellen dood. Die worden opgeruimd. Restjes daarvan vind je terug in het bloed. Ook restjes van het DNA”, legt hij uit.

“Ook tumorcellen gaan dood, bijvoorbeeld bij de behandeling van kanker. Bij deze patiënten zweven zodoende restjes celvrij tumor-DNA in het bloed.” Die restjes kun je opsporen en geven belangrijke informatie over de aanwezigheid van tumorcellen. Jeroen: “Het is zoeken naar een speld in een hooiberg, maar je kunt ze vinden.”

Lees hier het volledige artikel.