Zes op de tien jeugdzorgaanbieders maken (veel) meer dan tien procent winst, terwijl binnen de zorgsector drie tot zeven procent winst de norm is. Bij bijna een op de vijf jeugdzorgaanbieders is sprake van onrechtmatigheid. Bij dertien procent zijn er financiële risico’s.
Analyse jaarrekeningen
Dat blijkt uit analyse van alle jaarrekeningen van jeugdzorgaanbieders uit 2019, die verplicht zijn bij het ministerie van VWS een jaarrekening aan te leveren. Het gaat in totaal om 2.107 jeugdzorgaanbieders. De analyse is op verzoek van Binnenlands Bestuur uitgevoerd door Kurtosis.
Uitschieters
Ruim vier op de tien jeugdzorgaanbieders maken zelfs meer dan 20 procent winst. Vooral aanbieders met een omzet tussen de 100.000 euro en 1 miljoen euro hebben percentages die daar (ver) boven uitstijgen. ‘Deze bedrijven maken de hoogste winsten, met uitschieters van 50 procent of meer’, verduidelijkt Wolter van Dam, partner van Kurtosis. ‘Het gaat vaak om aanbieders voor dyslexie, zorgboerderijen en gezinshuizen.’ Een normale winst duidt er volgens Van Dam op dat het geld daadwerkelijk aan zorg wordt besteed. De grote aanbieders, met een omzet vanaf een miljoen euro, maken gemiddeld 2 tot 3 procent winst. ‘Het gaat om de zogeheten systeemaanbieders, zoals instellingen die ggz, crisishulp of jeugdzorg met verblijf bieden’, aldus Van Dam.
Lees hier het volledige artikel.