Terroristische aanslagen maken mensen angstig en extra alert. Dat geldt ook voor artsen. Artsen voelen de maatschappelijke plicht om de politie te attenderen op het risico van aanslagen dat uitgaat van hun patiënten. Maar mag dat wel, gelet op hun beroepsgeheim? Moeten we, net als Duitsland, overwegen een wettelijke meldplicht in te voeren?
In een paar maanden tijd ziet huisarts Bokic de 25-jarige Kevin geleidelijk aan veranderen. Kevin, een teruggetrokken patiënt met meervoudige gezondheidsproblemen, uit veel kritiek op de maatschappij. Hij is ervan overtuigd dat hij in actie moet komen als niemand anders dit doet, zo vertelt hij een keer tijdens het spreekuur. Als Kevin een keer niet op het spreekuur kan komen, bezoekt Bokic Kevin thuis. Aan de spullen en boeken die Bokic daar aantreft, groeit het vermoeden dat Kevin wel eens echt tot actie zou kunnen overgaan. Bokic heeft een slecht gevoel over de situatie en twijfelt of zij de politie moet inschakelen.
Met regelmaat leggen artsen de KNMG-Artseninfolijn dit soort casus voor. Door de reeks aanslagen en andere geweldsincidenten in buurlanden neemt het aantal vragen fors toe. Artsen voelen de maatschappelijke plicht om de politie te attenderen op ernstige geweldsrisico’s die uitgaan van hun patiënten en worstelen nogal eens met de vraag wat te doen bij een patiënt die zich vreemd gedraagt. Wat mag wel en niet, gelet op hun beroepsgeheim? En moeten we eventueel zoals Duitsland overwegen een wettelijke meldplicht in te voeren bij terreurplannen?
Lees hier het volledige artikel.