Een flink rondje hardlopen, een spannende presentatie of intense verliefdheid. Het zijn situaties die je hart sneller doen kloppen. In rust daalt je hartslag weer naar een trager tempo.
Je hartslag past zich dus voortdurend aan en dat is heel normaal. Het komt alleen ook voor dat je hart te snel, te langzaam of onregelmatig klopt, zonder reden. Dan spreek je van een hartritmestoornis.
Het hart trekt zich bij elke hartslag samen nadat een elektrische prikkel daar een signaal voor heeft gegeven. Bij een normaal ritme gaat dit in een gewoon regelmatig tempo, bij een hartritmestoornis gaat er iets mis. De elektrische prikkels komen dan te snel, te langzaam of volgen de verkeerde weg. Het hart kan dan te snel gaan kloppen, dan spreek je van tachycardie. Je hart kan onregelmatig gaan kloppen, de boezems en kamers werken niet goed samen of je hart klopt te langzaam. Dat laatste heet bradycardie.
De meeste hartritmestoornissen zijn onschuldig
Een hartritmestoornis moet je serieus nemen, maar het betekent niet dat het altijd foute boel is. Volgens Arthur Wilde, hoogleraar cardiologie bij het Amsterdam UMC, zijn de meeste hartritmestoornissen onschuldig. “Er zijn talloze soorten ritmestoornissen en het merendeel is niet gevaarlijk en goed te behandelen. Er zijn zelfs mensen die geen klachten ervaren en daarom niet weten dat ze een hartritmestoornis hebben.
Lees hier het volledige artikel.