Hand- en polsletsels vertegenwoordigen een aanzienlijk deel van de letsels die gezien worden op de spoedeisende hulp (SEH), en leiden daardoor tot hoge maatschappelijke kosten.
Dat blijkt uit het promotieonderzoek van radioloog in opleiding Dennis de Putter. Hij deed onderzoek naar de trends in hand- en polsfracturen en de maatschappelijke impact van letsels van de bovenste extremiteit.
Hand- en polsletsels in Nederland kosten jaarlijks tot 540 miljoen euro, en zijn daarmee de meest kostbare letselgroep. Dat komt niet alleen doordat er bij deze letsels hoge medische kosten zijn, maar ook doordat er sprake is van hoge verzuimkosten: een meerderheid van de Nederlanders is voor zijn werk afhankelijk van zijn handen. De Putter, die onder andere gebruikmaakte van gegevens uit het Letsel Informatiesysteem (LIS) van VeiligheidNL, promoveerde aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Het onderzoek is uitgevoerd door de afdelingen plastische chirurgie en maatschappelijke gezondheidszorg van het Erasmus MC.
De promovendus kwantificeerde voor zijn onderzoek de impact van hand- en polsletsels in termen van medische kosten, verzuimkosten en kwaliteit van leven, en vergeleek de resultaten daarvan met andere letselgroepen in een populatie-brede studie. De data voor het onderzoek werden verkregen uit het eerder genoemde LIS, de Landelijke Medische Registratie (LMR) en een vragenlijst onder patiënten die werd afgenomen tussen 2003 en 2007. Uit het promotieonderzoek blijkt dat er met name bij hand- en vingerfracturen sprake is van hoge maatschappelijke kosten.
De Putter: “Aan de ene kant is er sprake van grote aantallen letsels, hetgeen resulteert in hoge behandelkosten. Daarnaast is er bij dit soort letsels een langdurige herstelperiode, hetgeen resulteert in hoge verzuimkosten, met name in de leeftijdsgroep van 20 tot 64 jaar: de traditionele beroepsbevolking.”
Lees hier het volledige artikel.