Een kwart van de Nederlanders heeft de afgelopen drie jaar een forse inkomensterugval meegemaakt. De belangrijkste redenen voor deze achteruitgang zijn werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of een andere baan met minder salaris. Bij de meesten daalde het inkomen tussen de 15 en 30%. Bijna de helft komt na de inkomensterugval moeilijk rond en is de grip op zijn financiën kwijt.
Dit blijkt uit het onderzoek ‘Minder Geld, hoe huishoudens omgaan met een inkomensdaling’ van het Nibud in opdracht van de campagne Doen & Later. Uit het onderzoek blijkt duidelijk dat mensen die zich niet voorbereiden op een terugval twee keer zo vaak financiële problemen krijgen dan mensen die zich wel voorbereiden. Zonder voorbereiding komen ze na de terugval moeilijker rond, hebben ze minder grip op de financiële situatie en hebben ze meer betalingsachterstanden.
Werkloosheid hoofdreden van inkomensdaling
De belangrijkste reden voor de daling van het inkomen is werkloos raken (35%). Andere redenen zijn arbeidsongeschiktheid/langdurige ziekte (18%) en een andere baan met lager salaris (16%).
Inkomensdaling van 15% tot 30%
Bij de meeste huishoudens (40%) daalde het inkomen tussen 15 en 30% ten opzichte van het vorige inkomen. Een kwart had een daling van 15% en een derde had een daling van meer dan 30%. Voor 60% van de huishoudens met een inkomen tot 2000 euro netto per maand betekent dit een achteruitgang van maximaal 400 euro.
Driekwart van de huishoudens met een inkomen tussen 2000 en 3000 euro netto per maand ging er 400 euro of meer op achteruit. En 40% van de huishoudens met een inkomen hoger dan 3000 euro netto per maand leverde meer dan 800 euro in.
Geen grip op geld na inkomensterugval
Na de inkomensterugval is de helft van de mensen de grip op zijn financiën kwijt. Ze komen veel moeilijker rond en hebben te maken met een of meerdere vormen van betalingsachterstanden (roodstand, aanmaningen, geen geld kunnen opnemen). Ook heeft 40% na de inkomensterugval geen spaargeld meer, tegen 25% die dat vooraf al niet had.
Lees hier het volledige artikel.