Veel Nederlanders (36% van de 16-plussers) geven informele hulp aan iemand met gezondheidsbeperkingen. Het gaat dan zowel om mantelzorg aan familie, vrienden of buren als om vrijwilligerswerk in de zorg en ondersteuning.
Dit is tussen 2014 en 2016 niet veranderd. Wel veranderde de houding iets: meer mensen vinden dat mensen elkaar moeten helpen. Het aandeel dat vindt dat je hulp zoveel mogelijk van dat netwerk moet krijgen, daalde echter. Mensen vinden de zorg voor hulpbehoevende ouders nog steeds vooral een taak voor de overheid.
Met veel informele helpers gaat het goed. Zij helpen, omdat zij het graag doen, ontlenen plezier aan hun hulp en hebben geen behoefte aan ondersteuning. Er zijn echter ook helpers die een hoge belasting ervaren en meer kennis, vaardigheden en ondersteuning nodig hebben. Dit zijn bijvoorbeeld mensen die iemand helpen met dementie, psychische problemen of een terminale ziekte. Aandachtspunten zijn de onbekendheid met de mogelijkheden voor ondersteuning, de toegang tot respijtzorg en onvoldoende aandacht voor het welbevinden van informele helpers door professionals.
Lees hier het volledige artikel.