Organisaties die meedoen aan In voor Mantelzorg maken een duidelijk positieve beweging als het gaat om de samenwerking tussen beroepskrachten en mantelzorgers. Die conclusie trekken Vilans en Movisie, de uitvoerders van dit programma, in hun tussenevaluatie die op 24 juni 2015 naar de Tweede Kamer is verstuurd. Mantelzorgers hebben een sterkere positie, het contact en de informatievoorziening zijn verbeterd en is er meer oog voor het voorkomen van overbelasting van mantelzorgers.
“De deelnemende zorgorganisaties zijn hard aan het werk”, zegt programmaleider Cecil Scholten. “De resultaten hiervan zijn al duidelijk zichtbaar. Vrijwel alle organisaties zijn in staat gebleken een beweging op gang te brengen. Zowel op de werkvloer als in de bestuurskamer. Zo zien we dat een visie wordt neergelegd op het samenspel tussen mantelzorgers en beroepskrachten.”
Lessen voor beter resultaat
De trajecten leveren ook een aantal lessen op die bijdragen aan een beter resultaat. Zo is het effect groter als mantelzorgers vanaf het begin zijn betrokken bij de planvorming en de uitvoering. Voor een goede borging van resultaten is het essentieel dat mantelzorg een integraal onderdeel van de zorgverlening is. Anita Peters, mede-programmaleider benadrukt ook het belang van focus op cultuurverandering. “Aandacht voor mantelzorgers en gelijkwaardig samenwerken is niet even een trucje dat je doet met wat tools of gesprekstechnieken. Het vraagt een andere attitude van de beroepskracht en een organisatiecultuur die ruimte biedt om van elkaar te leren.”
Lees hier het volledige artikel.