Minder mensen die mantelzorg kunnen bieden en relatief meer mantelzorg van ouderen voor andere ouderen. Dat zijn de belangrijkste conclusies van de ‘Toekomstverkenning mantelzorg aan ouderen in 2040’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
In de vergrijzende Nederlandse samenleving wonen steeds meer ouderen zelfstandig en zullen dat naar verwachting ook in de toekomst blijven doen. Wanneer zij zorg nodig hebben dan is mantelzorg daarvan een belangrijk onderdeel en dat zal waarschijnlijk de komende decennia zo blijven. Het aantal mantelzorgers per zelfstandig wonende 75 plusser zal echter volgens de ramingen afnemen van bijna 5 in 2018 naar 3 in 2040. Dat betekent vooral een daling van mantelzorgers in de leeftijd onder de 75 jaar. Het aantal mantelzorgers van 75 jaar en ouder zal verhoudingsgewijs toenemen. In de krimpgebieden van Nederland speelt deze daling en verschuiving meer dan elders. Het voorzien in passende informele maar ook formele zorg voor zelfstandig wonende ouderen vereist dan ook een regionale aanpak.
Minder mantelzorgers beschikbaar per oudere
Tussen 2018 en 2040 zal naar verwachting de omvang van de groep ontvangers van mantelzorg onder de zelfstandig wonende 75 plussers met bijna 70% stijgen: van 230.000 in 2018 naar bijna 390.000 personen in 2040. Het aantal mantelzorg-gevers (van 4 uur of meer per week) aan 75 plussers neemt tussen 2018 en 2040 veel minder toe, namelijk met nog geen 7% (van 1,11 miljoen naar 1,18 miljoen). Waar in 2018 tegenover elke oudere die mantelzorg ontvangt nog bijna 5 mantelzorgers stonden zullen er in 2040 nog slechts 3 mantelzorgers per mantelzorg-ontvanger beschikbaar zijn.
Lees hier het volledige artikel.