Overleed vijftig jaar geleden een op de twee Nederlanders aan een hart- of vaatziekte, is dat nu ‘maar’ een op de vier. Dat bleek vorige week uit onderzoek van de Hartstichting. Toch groeit het aantal mensen met hart- en vaatziekten.
Negen vragen aan Floris Italianer, directeur van de Hartstichting.
Hoe kan het dat we steeds meer kans hebben om een hartstilstand, hartinfarct of beroerte te overleven?
“Nederlanders overlijden op steeds latere leeftijd aan de gevolgen van hart- of vaataandoeningen. Dat komt allereerst door de sterk verbeterde zorg. De behandelingen in het ziekenhuis worden steeds beter.”
“Maar ook door een betere screening; we hebben eerder in de gaten dat iemand hartklachten heeft. Daarnaast is er steeds sneller hulp in noodsituaties. Steeds meer mensen kunnen reanimeren en een AED bedienen. Dat verhoogt de kans om een hartstilstand te overleven.”
Goed nieuws dus. Of niet?
“Zeker. Aan de andere kant is er nog veel werk aan de winkel. Het aantal mensen met hart- of vaatziekten neemt tegelijkertijd namelijk toe. Momenteel hebben 1,4 miljoen mensen in Nederland een chronische hart- of vaataandoening. De verwachting is dat dat er in 2030 zo’n 1,9 miljoen zijn. Met andere woorden: een op de zeven mensen heeft het dan aan zijn of haar hart. Die toename kan deels voorkomen worden als mensen met een verhoogd risico op hart- of vaataandoeningen eerder worden opgespoord.”
Lees hier het volledige artikel.