Toezicht houden op de langdurige zorg thuis vanuit het perspectief van de cliënt. Dat is wat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) beoogt. De inspectie deed de afgelopen maanden proefprojecten in de wijk Hengstdal in Nijmegen en in de gemeente Rucphen. Inspecteurs van de inspectie spraken met cliënten en mantelzorgers thuis en met de betrokken zorg- en hulpverleners. Cliënten waren openhartig over de zorg en ondersteuning.
Begin december sloot de inspectie beide projecten af met een bijeenkomst voor de zorg- en hulpverleners in het proefgebied. De analyse moet nog plaatsvinden. Toch wil de inspectie de eerste bevindingen graag delen.
Cliënt is startpunt van de proefprojecten
In de proefgebieden brachten de inspecteurs met de cliënten hun netwerk van zorg- en hulpverleners en eventuele mantelzorgers en vrijwilligers in kaart. Uit de interviews bleek dat de cliënten de zorg en ondersteuning die zij ontvingen over het algemeen als goed beoordeelden. Vooral vanwege grote betrokkenheid van de zorg- en hulpverleners. Desondanks voldeed de zorg niet altijd aan de behoefte van de cliënt. Sommige cliënten wilden meer zorg en ondersteuning, anderen wilden juist minder. Soms zagen de inspecteurs zorgmijdend gedrag.
Bewust zijn van het werken in een zorgnetwerk
De proefprojecten waren gericht op de samenwerking tussen de zorg- en hulpverleners in het netwerk rondom elke cliënt. Thema’s die aan de orde kwamen waren: cliënt centraal, regie van de cliënt, integrale zorg, competenties en vaardigheden van zorg- en hulpverleners, aandacht voor mogelijkheden van de cliënt en zijn mantelzorger(s) en veiligheid.
Lees hier het volledige artikel.