Er kan binnen instellingen voor gehandicaptenzorg meer worden gedaan tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag. Vaak worden pleger en slachtoffer van elkaar gescheiden door verhuizing, maar dat kan het probleem verplaatsen.
Dat stelt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd op basis van 173 meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag, die tussen januari 2017 en december 2019 binnenkwamen. Bij 119 meldingen gaat het om seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen cliënten en 54 meldingen tussen zorgverlener en cliënt. De inspectie concludeert dat het bespreken van seksualiteit, seksuele ontwikkeling, intimiteit en relaties lastig kan zijn, dat er sprake kan zijn van handelingsverlegenheid en een gebrek aan kennis over seksualiteit bij cliënten in de gehandicaptenzorg.
Hoewel de meldingen uit de gehandicaptenzorg ook de zorg voor mensen met een lichamelijke beperking of visuele beperking betreffen, wordt seksueel grensoverschrijdend gedrag vooral veel gemeld vanuit de instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking. Meer dan 95 procent van de slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen cliënten heeft een verstandelijke beperking en ongeveer twee derde is vrouw. Van de plegers is 95 procent man en de meesten waren op het moment dat het gebeurde tussen de 19 en 23 jaar oud. Ook van de plegers heeft meer dan 95 procent een verstandelijke beperking.
Lees hier het volledige artikel.