Hulp voor werknemers met chronische ziekte

Een zelfhulpprogramma voor werknemers met een chronische aandoening lijkt enig effect te hebben op het werkplezier, vooral voor laagopgeleide, vrouwelijke en oudere werknemers. Dat blijkt uit een kleine gerandomiseerde trial naar een Nederlandse versie van zo’n programma, uitgevoerd door Sarah Detaille en collega’s van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (J Occup Rehabil. 2013;23:189-99).

Het programma voorziet in 6 wekelijkse sessies van elk 2,5 uur, waarin wordt gesproken over zaken als het belang van lichaamsbeweging, vermoeidheid en stress op het werk, voeding en communicatietechnieken. De interventiegroep bestond uit 44 mensen (31 vrouwen), de controlegroep uit 35 mensen (23 vrouwen), van rond de 48 jaar. De meesten kampten met aandoeningen van het bewegingsapparaat of de luchtwegen. 8 maanden na de interventie werden de groepen vergeleken qua zelfredzaamheid op en plezier in het werk, met als secundaire uitkomstmaten: tevredenheid, plannen om van baan te veranderen en algemeen welbevinden en gezondheid volgens de SF-12 (een korte, gestandaardiseerde vragenlijst naar kwaliteit van leven).

De verschillen in ruwe scores voor de uitkomstmaten liepen amper uiteen, maar na correctie voor geslacht, leeftijd, opleiding en beginscore bleek het plezier in het werk significant te zijn verbeterd door de cursus. Bij de andere maten waren de verschillen eveneens positief, maar niet significant. Uit een nadere analyse bleek dat met name laagbetaalde werknemers het beter deden qua gezondheid, terwijl vrouwen en oudere werknemers na deelname aan het programma relatief hoger scoorden wat betreft gevoel voor eigenwaarde.

De onderzoekers noemen de resultaten ‘veelbelovend’. Zij pleiten ervoor de interventie aantrekkelijker en geschikter te maken voor mannen.