Huid kweken optie bij niet-genezende ulcera (open wonden tgv zweren)

Een klein deel van veneuze – en andere – ulcera is na maanden nog niet genezen. Goed uitgevoerde standaardtherapie biedt vaak soelaas. In hardnekkige gevallen kunnen huidtransplantaten helpen. Vergelijkend onderzoek moet uitwijzen of met gekweekte eigen huid betere resultaten worden geboekt dan met de bestaande opties, zoals donorhuid.

De belangrijkste behandeling bij een veneus ulcus cruris, open beenwonden tgv zweren, is het toepassen van compressie, oftewel zwachtelen, vertelt VUmc-dermatoloog Bibi van Montfrans: ‘Daarnaast is het zaak om de oppervlakkige spataders aan te pakken.’ Maar zelfs met adequate therapie, is na een paar maanden slechts de helft van de zweren genezen, zegt Martino Neumann, hoogleraar dermatologie in het Erasmus MC: ‘En na vijf jaar is nog steeds 8 procent niet genezen.’ Deze ‘open benen’ zijn zeer belastend, zegt Van Montfrans: ‘Ze kunnen pijn geven, onprettig ruiken, mensen raken immobiel, waardoor het onderliggende probleem toeneemt, en ze binden patiënten aan thuiszorg of ziekenhuis.’ Het is ook nog eens een dure aangelegenheid, zegt Neumann: ‘2 à 3 procent van het zorgbudget gaat eraan op.’

Bij niet-genezende ulcera zijn verschillende behandelingen beschikbaar, van allerlei soorten wondbedekkers tot vacuümtherapie. Een logische gedachte is het defect op te vullen met een huidtransplantaat, en ook daar zijn verschillende variaties in denkbaar. Van Montfrans: ‘Je kunt bijvoorbeeld zogenaamde split-skin grafts gebruiken (waarbij gezonde huid van elders op het lichaam geschaafd wordt). Die geven een wond elders op het lichaam, en bestaat alleen maar uit een oppervlakkige huidlaag. Die slaan vaak niet goed aan. Een andere optie zijn punchbiopten, die ook diepere huidlagen bevatten. Maar we hebben vaak veel van die biopten nodig. Ons idee was: als we nu van een paar punchbiopten meer huid kweken, kunnen we dat terugplaatsen.’ Dat lukte. Het oppervlak van de biopten kan in het laboratorium twintig keer groter worden, en daarna op de wond worden geplaatst. Een technisch hoogstandje, vindt ook Neumann: ‘Zeker, het is mooi dat het kan. Maar het is niet gezegd dat het beter werkt dan wat we nu hebben. Hoe dikker een huidlaag, hoe moeilijker de doorbloeding.’

Thuiszorg

De Amsterdamse dermatologen hebben de opgekweekte huid al bij een flink aantal patiënten ingezet. De resultaten van verschillende studies hebben zij bij elkaar gevoegd, geanalyseerd en gepubliceerd in Wound Repair and Regeneration. Daarin rapporteren ze over 83 patiënten met 99 ulcera die zijn behandeld met de autologe huidkweken. De ulcera bestonden langer dan drie maanden, en hadden verschillende oorzaken (veneuze insufficiëntie, decubitus, postoperatief) en omvang. Een derde deel werd geëxcludeerd, om uiteenlopende redenen; niet de juiste behandeling voorafgaand, meerdere huidsubstituten aangebracht of niet aan het protocol gehouden nadat de gekweekte huid was aangebracht. Van de 66 ulcera (bij 54 patiënten) die 24 weken gevolgd waren, was ruim de helft na een halfjaar genezen. Een groot deel daarvan was een jaar later nog steeds genezen. Er traden geen (ernstige) complicaties op.

De volgende stap is een gerandomiseerde trial, vertelt Van Montfrans: ‘Waarin we alleen patiënten met veneuze ulcera behandelen, om zo goed mogelijk te kunnen vergelijken.’ De Amsterdammers merken echter dat de inclusie niet zo vlot loopt. Van Montfrans: ‘Er worden niet veel patiënten verwezen, mogelijk omdat bij een deel van hen er eigenlijk geen arts meer in beeld is. De wonden worden door de thuiszorg behandeld. Van de patiënten die we zien, merken we dat als wij de standaardbehandeling goed uitvoeren, er vaak alsnog genezing optreedt. Dan gaat het vooral om goed zwachtelen. Het is zaak dat de betrokkenen die dat in de thuissituatie doen, goed worden opgeleid.’

Bron: Medisch contact/Artsennet