Het rabiësvirus dat hondsdolheid veroorzaakt, trapt meteen na binnenkomst van het lichaam op de rem van het afweersysteem. Vroeg tegengas geven kan mogelijk een dodelijke afloop voorkomen.
Dat ontdekten onderzoekers van het Erasmus MC.
Ze zijn de eerste wetenschappers die nauwkeurig inzoomden op de eerstemomenten na infectie met het rabiësvirus, vertellen onderzoeker Carmen Embregts en klinisch viroloog Corine Geurts van Kessel. ‘Over die eerste fase – meteen na een beet of krab van een besmet dier – is nog heel weinig bekend. Veel onderzoek richt zich op de fase waarop het virus al in de hersenen zit. Dat is eigenlijk te laat, want op dat moment is behandeling niet meer mogelijk’, aldus Geurts van Kessel.
Eerstehulpdienst
Door in het laboratorium het rabiësvirus los te laten op menselijke afweercellen, zagen de onderzoekers precies wat er gebeurt in de eerste momenten. Ze publiceerden hun bevindingen in het wetenschappelijke tijdschrift Frontiers in Immunology .
De onderzoekers focusten op zogeheten macrofagen, zeg maar de eerstehulpdienst van het afweersysteem. ‘Macrofagen zijn als een van de eerste cellen ter plaatse bij bijvoorbeeld een wondje of een schram. Ze ruimen de rommel op en presenteren stukjes van ziekteverwekkers aan andere cellen van het afweersysteem. Zo slaan ze alarm in een vroege fase van infectie’, legt Embregts uit.
Lees hier het volledige artikel.