Een stamceltransplantatie kan een levensreddende behandeling zijn bij enkele ernstige aandoeningen. Maar niet een zonder risico. Afhankelijk van de aandoening waarvoor patiënten zo’n behandeling krijgen, overleeft tien tot veertig procent de stamceltransplantatie niet.
Uit onderzoek van het UMC Utrecht blijkt dat de overlevingskans met tien procent kan verbeteren door de chemotherapie nauwkeuriger te doseren.
Leukemie, sikkelcelziekte of ernstige immuunziekten zijn aandoeningen waarbij een stamceltransplantatie als laatste mogelijkheid wordt ingezet. Met chemotherapie worden eerst het eigen beenmerg en immuunsysteem afgebroken voordat het donorbeenmerg wordt getransplanteerd. De giftigheid van de chemotherapie heeft echter voor de rest van het lichaam nadelige gevolgen.
Van deze chemotherapie zijn twee soorten in gebruik: busulfan en fludarabine. Busulfan wordt al op maat gedoseerd. Fludarabine nog niet omdat nog niet duidelijk was hoe dit het best is te doseren. Uit onderzoek van promovendus Jurgen Langenhorst blijkt nu dat als je de dosis fludarabine chemotherapie heel nauwkeurig voor een individuele patiënt vaststelt, dit het risico op sterfte met tien procent kan verlagen.
Lees hier het volledige artikel.