Artsen staan soms versteld als ze zien met hoe weinig hersenweefsel bepaalde mensen toe kunnen. Het roept de vraag op: hoeveel brein heb je echt nodig?
Een 44-jarige man komt bij de dokter. Hij heeft de laatste tijd weinig kracht in zijn linkerbeen. Op een MRI-scan zien de artsen een vrijwel lege hersenpan. Preciezer gezegd: in plaats van hersenen zien de artsen een schedel die voor 90 procent is gevuld met hersenvocht. Wat van de hersenen resteert, wordt door het vocht tegen het schedeldak geplet. De medici staan voor een raadsel: hoe kan iemand met zo weinig brein normaal functioneren? De 44-jarige Fransman heeft weliswaar geen hoog IQ (75), maar hij leidt een normaal leven als ambtenaar en vader van twee.
Dat een groot brein niet per definitie een slim brein is, daar is de wetenschap het wel over eens. Maar zo nu en dan staan artsen versteld als ze zien met hoe weinig hersenweefsel sommige mensen toe kunnen. In juli haalden de lotgevallen van een 13-jarig jongetje het wetenschappelijk tijdschrift Cell Press. De puber kan gewoon horen en (vrijwel) gewoon zien, terwijl hij de hersengebieden die dat regelen moet missen sinds een operatie. Op zijn zesde werd eenderde deel van zijn rechterhersenhelft weggehaald vanwege epilepsie. Niet alleen zijn zicht en gehoor hebben er (weinig) onder geleden, ook zijn intelligentie is normaal gebleven.
Lees hier het volledige artikel.