Een robot kan je helpen in de zorg voor jouw cliënten. Maar welke robot past het best binnen jouw organisatie? En waar moet je aan denken als je aan de slag gaat met robotica? Elf organisaties uit de ouderenzorg ontdekten hoe hun ideale robot eruit ziet tijdens de eerste bijeenkomst van de werkplaats zinvolle robotica in de zorg.
De eerste kennismaking tussen zorgrobots Zora en Tessa en de deelnemers aan de bijeenkomst leverde verschillende reacties op. ‘Hoe zouden mijn cliënten reageren op een robot, en wat kan een robot betekenen voor mijn cliënten?’ waren veelgehoorde vragen. Bij het zien van robot Tessa zei een van de deelnemers: ‘Is het niet gek als een bloempot ineens begint te praten? Ik denk dat onze cliënten hun kopje thee in de bloempot gieten.’ Een andere deelnemer noemt dat de robot juist kan helpen bij structuur en reminders voor mensen met dementie.
Ook robot Zora wordt vaak goed ontvangen door cliënten, volgens een van de aanwezigen. Denk aan beweegoefeningen of spelletjes. ‘Ze zorgt voor interactie tussen de bewoners en een goede sfeer. Maar er moet wel continue iemand van de zorg bij Zora aanwezig zijn, en het duurt ook even voordat ze is opgestart.’
De ideale robot
Hoe ziet de ideale robot eruit? De wensen verschillen sterk per organisatie of afdeling. Dit zien we ook terug tijdens de bijeenkomst. We vroegen de deelnemers om een werkdag in kaart te brengen en aan te geven op welk moment een robot van toegevoegde waarde zou kunnen zijn. Vervolgens tekenden zij hun ideale robot; een robot met veel menselijke eigenschappen, een ‘Barbapapa’ die zich aanpast aan de situatie, een robot voor de praktische zaken zoals het bed opmaken, en een robot die zich juist focust op één ding. Bijvoorbeeld antwoord geven aan een cliënt met dementie die telkens dezelfde vragen stelt. De deelnemers van de werkplaats waren het in elk geval over een ding eens: Er is niet één ideale robot.
Lees hier het volledige artikel.