Een bloedtransfusie is een medische routineprocedure waarbij men bloed vervangt dat verloren is gegaan na een verwonding of operatie. Ook bij de behandeling van bepaalde aandoeningen gebruikt men soms bloed van iemand anders. Bij een bloedtransfusie is er weinig kans op complicaties.
Hoe gaat een bloedtransfusie in zijn werk?
Vóór de procedure
Het bloed voor een transfusie komt van een donor. Het gedoneerde bloed wordt opgesplitst in verschillende bestanddelen die men aan verschillende personen geeft. De bruikbare bestanddelen zijn: de rode bloedcellen (vervoeren zuurstof en helpen afvalstoffen verwijderen), witte bloedcellen (helpen je lichaam om infecties te bestrijden), plasma (het vloeibare deel van het bloed) en bloedplaatjes (helpen het bloed stollen).
Vóór een transfusie wordt het donorbloed op een aantal zaken getest. Men bepaalt de bloedgroep (A, B, AB of O) en rhesusfactor (positief of negatief). Het gedoneerde bloed moet compatibel zijn met je eigen bloedgroep. Ook zal men het bloed testen op antistoffen tegen bepaalde ziekten.
Lees hier het volledige artikel.