Bij virusuitbraken begint het zoeken naar een therapie vaak als de epidemie al voorbij is. Dat kan eerder, betogen Miquel Ekkelenkamp en Marc Bonten van het UMC Utrecht in NRC. Zij pleiten voor een betere internationale voorbereiding. “Daarmee kunnen we patiënten nog tijdens de uitbraak leren behandelen.”
“Het Wuhan-coronavirus (Wuhan-CoV) verspreidt zich op dit moment snel door China. Alle maatregelen van overheden ten spijt zal het op korte termijn waarschijnlijk uitgroeien tot een pandemie, met ook epidemische verspreiding door Europa. Tegen de tijd dat het virus zich in Nederland zal verspreiden, zullen we een redelijk idee hebben van de ‘virulentie’ van het virus: hoe ernstig de infecties zijn die het veroorzaakt en hoe groot de kans is eraan te overlijden. We zullen sneltesten hebben om het virus vast te stellen en we zullen weten welke maatregelen nodig zijn om patiënten en ziekenhuismedewerkers tegen besmetting te beschermen.”
Therapeutisch onderzoek
“Wat we nog niet zullen hebben, zijn gerichte behandelingen. De medisch-wetenschappelijke respons op uitbraken is altijd schrijnend laat en therapeutisch onderzoek komt meestal pas van de grond als een epidemie alweer grotendeels voorbij is. Dit is niet uniek voor Wuhan-CoV. Hetzelfde zagen we, om maar een paar voorbeelden te noemen, bij SARS-CoV in China en Hong Kong (2002-2003), de Duitse EHEC E. coli-uitbraak (2011) en de Nederlandse uitbraken met Legionella (1999) en Q-koorts (2007-2010). Na afloop van al deze epidemieën wisten we nauwelijks beter hoe we de ziekten moesten behandelen.”
Lees hier het volledige artikel.