Op 1 januari 2020 trad de Wet zorg en dwang in werking. Twee jaar later ervaren zorginstellingen nog altijd hindernissen bij het toepassen van de wet. Waarom is dat zo, en wat is er in de afgelopen twee jaar allemaal gebeurd? In dit artikel schetsen *we (*Actiz) de huidige stand van zaken.
Wat houdt de Wet zorg en dwang in?
- De Wet zorg en dwang (Wzd) is samen met de Wet verplichte ggz de opvolger van de wet Bopz. In de Wet Bopz stond gedwongen opname centraal, waardoor gedwongen zorg alleen mogelijk was als iemand werd opgenomen.
- De Wet zorg en dwang regelt de rechten bij onvrijwillige zorg of onvrijwillige opname van mensen met een psychogeriatrische aandoening, zoals dementie. De Wzd geldt niet alleen in een zorginstelling, maar ook bij iemand thuis of bijvoorbeeld bij de dagbesteding.
- Het doel van de Wzd is om veilige en goede zorg aan de cliënt te bieden, ook aan mensen die daarover moeilijk zelf kunnen beslissen of niet willen. De kern van de Wet zorg en dwang is ‘Dwang, alleen als het echt niet anders kan’, om zoveel mogelijk verplichte zorg te voorkomen. Maar mensen met dementie of een verstandelijke beperking kunnen soms niet goed (meer) zelf inschatten wat goed voor hen is. De Wet zorg en dwang voorziet dan in een aantal mogelijkheden om toch zorg te bieden die noodzakelijk is. Daarvoor moet een stappenplan worden doorlopen.
Lees hier het volledige artikel.