Alle mensen dragen bacteriën bij zich. De meeste zijn nuttig voor ons, ze helpen bijvoorbeeld om ons voedsel te verteren. Van sommige bacteriën kunnen we echter ziek worden. Om weer te herstellen is soms antibiotica nodig. Antibiotica zijn medicijnen die bacteriën doden of remmen in de groei. Dit helpt het lichaam om te genezen. Een belangrijk nadeel van antibiotica is dat bacteriën er ongevoelig voor kunnen worden. We noemen dat resistentie. Daarom zijn artsen terughoudend om antibiotica voor te schrijven. Hoe vaker je antibiotica gebruikt, hoe groter de kans dat bacteriën resistent worden. Infecties met resistente bacteriën zijn moeilijker te behandelen.
Resistentie bij mensen in Nederland
In Nederland komen relatief weinig resistente bacteriën voor. In de meeste andere landen is dit een veel groter probleem. Dit komt omdat je in Nederland alleen antibiotica kunt krijgen als een arts dit voorschrijft. Verder zijn zorginstellingen alert op deze problematiek. Als iemand een infectie met een resistente bacterie heeft in een ziekenhuis of verpleeghuis, wordt deze patiënt apart verzorgd en het verplegend personeel neemt strikte hygiënemaatregelen. Zo wordt voorkomen dat andere mensen ziek worden van deze bacterie.
Resistentie bij dieren in Nederland
Ook dierenartsen schrijven antibiotica voor, met name voor veehouderijen. Nederland gebruikt weinig antibiotica bij mensen, maar binnen de veehouderijen werd relatief veel antibiotica gebruikt. Inmiddels is het gebruik van antibiotica bij dieren fors teruggedrongen.
In Nederland komen de onderstaande resistente bacteriën het meest voor. Ook in Europa gaat de meeste aandacht uit voor deze bacteriën:
- MRSA (methicillineresistente Staphylococcus aureus)
- VRE (vancomycineresistente enterokok)
- ESBL-producerende bacteriën (Extended Spectrum Beta-Lactamase)
- Carbapenem resistentie
Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Hieronder de animatie: Hoe ontstaat resistentie tegen antibiotica