Wetenschapshistoricus Trudy Dehue schreef een pijnlijk en ongemakkelijk boek over embryo’s en zwangerschap, met aan het einde een hoopvol pleidooi voor citizen science. Dankzij de schattige plaatjes in zwangerschapskalenders kunnen aanstaande ouders van week tot week zien hoe hun ‘kindje’ zich ontwikkelt, van een minuscuul zaadje tot een volgroeide baby in de buik.
Volgens wetenschapshistoricus Trudy Dehue gaat er meer schuil achter die plaatjes dan je denkt. In haar nieuwe boek Ei, foetus, baby (2023) betoogt ze dat die plaatjes ons hele idee van een embryo hebben veranderd.
Dehue is gefascineerd door de manier waarop kennis tot stand komt. In haar boek neemt ze je mee door een intrigerende – soms gruwelijke – reis door de tijd waarin wetenschappers experimenten deden om een beeld te krijgen van het embryo. Ze beschrijft hoe de manier waarop we denken over embryo’s door de jaren heen veranderde, mede dankzij nieuwe technologieën. De ontdekking van röntgenstralen maakte het mogelijk om embryo’s los van de baarmoeder te zien. De techniek van echo’s gaf aanstaande ouders voor het eerst een bewegend beeld van hun eigen foetus. Dat versterkte het idee dat ongeborenen mini-mensjes zijn.
Lees hier het volledige artikel.