Hoe houden we mensen in de stad psychisch heel?

Mensen die in de stad wonen, krijgen relatief vaak te maken met psychische problemen en aandoeningen zoals depressie, angst en verslaving. Meer dan 50 procent van de wereldbevolking leeft in stedelijk gebied en naar verwachting stijgt dit aantal in 2050 tot bijna 70%.

Het risico dat de psychische problematiek toeneemt, wordt alleen maar groter. Ondanks al het wetenschappelijk onderzoek en alle behandel- en preventiemethoden, neemt het aantal mensen met psychische problemen niet af. Het nieuwe Centre for Urban Mental Health van de Universiteit van Amsterdam (UvA) wil hier – met een radicaal nieuwe aanpak – verandering in brengen. Het centrum ging op vrijdag 8 november officieel van start.

Waarom floreert de één in de stad, terwijl de ander vast komt te zitten? Deze vraag vormt het uitgangspunt van het onderzoek van het Centre for Urban Mental Health, waarin de UvA de komende vijf jaar 10 miljoen euro investeert. De focus ligt op angst, depressie en verslaving, de drie meest voorkomende psychische problemen en aandoeningen.

Onvoldoende vooruitgang
Bij psychische aandoeningen spelen veel aspecten een rol, zoals (neuro)biologische, genetische, cognitieve, aangeleerde en sociaaleconomische- factoren, maar ook familie is van invloed en bijvoorbeeld de buurt waarin iemand woont.

Daarnaast zijn er ook nog de factoren die van invloed zijn op iemands kwetsbaarheid, bijvoorbeeld eenzaamheid, slaapproblemen of een slechte lichamelijke gezondheid. Traditioneel wordt in onderzoek naar psychische aandoeningen meestal gekeken naar één specifieke factor op één moment, waarbij de samenhang tussen deze factoren niet meegenomen wordt.

Lees hier het volledige artikel.