Lopen is voor velen de normaalste zaak van de wereld, maar vraag het de betrokkenen bij Project MARCH en je realiseert je dat het allesbehalve normaal is. Met een exoskelet laten zij een verlamd persoon weer stappen maken.
NEMO Kennislink wil weten hoe moeilijk lopen is en gaat op bezoek.
Het is druk in de dromenhal van de Technische Universiteit Delft, officieel de D:DREAM Hall genoemd. Studenten in blauwe overalls staan met veiligheidsbrillen gebogen over freesmachines, zagen en boren. Grote koffers worden heen en weer gereden. De ruimte waarin ik nu sta wordt met een rolluik gescheiden van het freeslawaai in de grote hal, maar het luik vliegt steeds weer open. Mensen komen binnen, overleggen en wringen zich langs elkaar door het hok. Overal staan rekken, tafels en in de hoek draait een 3D-printer. Geen vierkante meter is onbenut. Orde is er in de vorm van gereedschap dat keurig gesorteerd aan de muur hangt.
In het midden van de ruimte hangen twee knalroze sneakers een halve meter boven de grond. Ze bungelen aan twee benen die bestaan uit printplaten, kabels, metalen gewrichten en talloze knipperende ledjes. Er staat een handjevol mensen omheen dat druk overlegt en steeds op een monitor kijkt waarop een grafiek te zien is. Een van hen heeft een grote rode knop vast. “De noodknop van ons exoskelet, waarmee we alle bewegingen stilleggen als er tijdens het lopen iets misgaat”, zegt Eline Gigengack, student Industrieel Ontwerpen en BioMedical Engineering en hoofdingenieur bij Project MARCH.
Lees hier het volledige artikel.