Wist jij dat een psychose vaak ontstaat tussen het 19e en 25e levensjaar? En dat eenzaamheid vergif is voor de hersenen? Hoogleraar psychiatrie Iris Sommer vertelde in een lezing van Studium Generale over verschillende hersenziekten. Ze schreef er het boek Haperende hersenen over.
De eerste lezing van het Studium Generala-tweeluik onder de noemer ‘Kopzorgen’ trok dinsdagavond veel belangstelling. Geen stoel bleef onbezet in het Amphitheater. Professor Sommer keek niet raar op van die enorme belangstelling. ‘We krijgen allemaal op de een of andere manier te maken met hersenstoornissen: 32% van de Nederlandse bevolking heeft een hersenaandoening. Het komt ontzettend veel voor en dat moeten we niet uit de weg gaan.’
Haperende hersenen schreef ze om mensen met een hersenaandoening ‘een stem en een gezicht te geven’. ‘En om te laten zien hoeveel we inmiddels weten over hersenziektes. Vooral de afgelopen vijf jaar zijn er veel doorbraken geweest. Maar ook wil ik vertellen wat er aan zit te komen op het gebied van nieuwe behandelingen.’
Twee Connies
Aan de hand van een aantal hoofdrolspelers in haar boek, nam ze het publiek mee in de wereld van verschillende hersenziektes. Zo werd men voorgesteld aan de ‘twee Connies’. De Connie die ’s ochtends als ze wakker wordt eigenlijk niets kan: niet glimlachen, niet praten, niet bewegen. Na het innemen van medicatie komt een tweede Connie tevoorschijn: dan komt ze langzaam op gang en kan ze wel glimlachen, praten en voorzichtig bewegen.
‘Connie heeft de ziekte van Parkinson’, vertelde Sommer. ‘Haar medicijnen helpen goed, maar ze levert wel elk jaar iets in. Het is een progressieve ziekte.’ Bijzonder is dat Connie nog er jong was, toen de ziekte zich openbaarde: na de bevalling van haar tweede dochter bleef ze somber en last van een lamme arm houden. Een huisarts stelde uiteindelijk de diagnose. ‘Voor de ziekte van Parkinson geldt dat er veel onderzoek naar wordt gedaan, ook hier op de UT. Bijvoorbeeld door middel van deep brain stimulation.’
Lees hier het volledige artikel.