Met een scan van het hoofd kunnen artsen beter voorspellen of elektroconvulsietherapie (ECT) effectief zal zijn bij een depressieve patiënt. Dit blijkt uit een studie die Jeroen van Waarde, psychiater bij Rijnstate, heeft opgezet met onderzoekers van het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam (UvA). De resultaten zijn gisteren gepubliceerd in Molecular Psychiatry.
Met een speciale functionele MRI-scan van het hoofd brengen de onderzoekers twee hersennetwerken in beeld. Daarin is met een zekerheid van meer dan tachtig procent te voorspellen of een depressieve stoornis verdwijnt bij een ECT-behandeling. Deze vindt plaats onder algehele narcose en er kunnen tijdelijke geheugenklachten ontstaan. Als de behandeling waarschijnlijk niets gaat opleveren, kan de patiënt de narcose en de mogelijke bijwerkingen worden bespaard.
ECT is behandeling bij ernstige depressies
Een depressieve stoornis is een aandoening waarbij mensen gedurende meer dan twee weken ernstig somber zijn en nergens zin meer in hebben. Dit gaat gepaard met symptomen zoals slaapproblemen, verlies van eetlust en gewicht, concentratie- en geheugenproblemen, en in ernstige gevallen zelfmoordgedachten en verlies van de realiteit. ECT wordt gebruikt bij ernstige depressies of als andere behandelingen niet helpen. Bij ECT wordt met een kortdurende elektrische stroom een epileptisch insult opgewekt, wat een snel en goed effect kan hebben op de depressie. Niet alle patiënten hebben echter baat bij deze behandeling.
Lees hier het volledige artikel.