Bloedplaatjestransfusie als behandeling bij patiënten met een hersenbloeding werkt averechts als deze patiënten al bloedplaatjesremmende middelen slikken. Artsen moeten stoppen met deze behandeling. Dat is de uitkomst van een studie die opgezet en gecoördineerd werd vanuit het AMC. De studie werd 10 mei – op de Europese Dag van de Beroerte – gepubliceerd in het medische tijdschrift The Lancet.
Elk jaar krijgen twee miljoen volwassenen wereldwijd een beroerte veroorzaakt door bloeding in de hersenen. Het is de vorm van beroerte met de meeste sterfgevallen. De aandoening heeft grote impact: twee op de vijf mensen sterven binnen een maand, en nog eens twee van de vijf worden afhankelijk van zorg van anderen.
Veel patiënten met hart- en vaatziekten gebruiken bloedverdunners in de vorm van bloedplaatjesremmende medicijnen, zoals het ‘kinder-aspirientje’. Hiermee worden veel hart- en vaatziektes voorkomen. Keerzijde is echter dat als deze patiënten een hersenbloeding krijgen, de bloeding niet goed wordt gestopt – met extra hersenschade tot gevolg. De logische aanname was dat het doorbloeden te stoppen is door direct een bloedplaatjestransfusie te geven. Onderzoekers hebben nu geconstateerd dat dit juist een verminderde kans op herstel geeft.
Lees hier het volledige artikel.