Aan goede voorbeelden geen gebrek. Bij de top over arbeid en zorg werd gistermiddag het ene na het andere bedrijf genoemd dat werknemers in staat stelt het werk te combineren met de zorg voor een zieke ouder, partner of kind.
Een installatiebedrijf waar alleen mannen werken, een compleet bedrijvenpark bij Emmen, de KPN, de gemeente Amersfoort: ze proberen ervoor te zorgen dat hun mantelzorgende mensen aan het werk blijven zonder uitgeblust te raken. Ze krijgen er een lager ziekteverzuim én minder kosten voor terug.
Een argeloze toeschouwer zou makkelijk kunnen denken dat het in Nederland wel snor zit met de mensen die werken, en daarbij intensief en langdurig zorgen voor een ziek familielid. Toch vond het kabinet het nodig een heuse top over arbeid en zorg te organiseren – met dank aan CDA-Kamerlid Pieter Heerma, die inspiratie had gevonden in een gezinstop die de Duitse regering op touw had gezet.
Directe aanleiding was de oproep aan vrouwen van minister Jet Bussemaker (onderwijs en emancipatie) om beter na te denken over hun economische positie. Nog niet de helft van de vrouwen kan zichzelf financieel redden. Bussemakers waarschuwing dat zij daar bij een scheiding flink last van kunnen hebben, viel in verkeerde aarde. Dat maken vrouwen zelf wel uit, werd gezegd. En: als iedereen zoals het kabinet wil, langer en meer gaat werken, wie zorgt er dan nog voor de ouders, zieke partners, gehandicapte kinderen en anderen die het zonder intensieve hulp gewoon niet redden? Is het niet het kabinet van VVD en PvdA zelf dat erop hamert dat mensen meer voor hun hulpbehoevende naasten moeten gaan doen?
Haast
Het kabinet wilde deze vraag ‘breed oppakken’. En zo stonden gisteren niet alleen minister van sociale zaken Lodewijk Asscher, maar ook zijn partijgenoten Martin van Rijn (volksgezondheid) en Bussemaker en de liberale staatssecretaris Sander Dekker van onderwijs voor een zaal vol met deskundigen uit de wereld van werk en zorg. Ze wilden vooral luisteren. En haast maken. Over twee weken ontvouwt het kabinet zijn plannen. “Want we moeten het momentum pakken”, aldus Asscher.
Er zijn ook wel wat zorgelijke cijfers. Een op de acht werknemers combineert werk met mantelzorgtaken. Van hen voelt de helft zich overbelast. In 2007 zijn tussen de 50.000 en 100.000 mantelzorgers gestopt met betaald werk, minder uren gaan werken of helemaal gestopt. Er zijn wel bedrijven bezig uitval te voorkomen, maar gemeengoed is dit nog niet. In dertien procent van de cao’s zijn er afspraken over gemaakt.
Maatschappelijke kwestie
Van verschillende kanten werd dit debat vergeleken met het debat over kinderopvang. Pakweg 30 jaar geleden werd het nog als individueel probleem van vrouwen gezien als zij ‘zo nodig’ wilden werken. Nu is er betaalde opvang en is het voor moeders heel gewoon te werken. De mantelzorg-discussie zit nog in de beginfase. Van ‘dat moet je zelf maar regelen’ verlegt het zich nu naar het besef dat deze combinatie van werk en mantelzorg óók een maatschappelijke kwestie is.
En is het ook, of wéér, een probleem van vrouwen? Vaststaat dat meer vrouwen dan mannen aan mantelzorg doen en dat vrouwen minder betaald werk verrichten dan mannen. Erken maar dat vrouwen meer gericht zijn op zorg en het werk daar omheen plooien, zei voormalig FNV-voorzitter Agnes Jongerius, nu onder andere voorzitter van vrouwenplatform Women inc. “Als je een deuk in een pakje boter wil slaan, dan moet je daar beginnen.” Ook de directeur van kenniscentrum Atria, Renee Römkens, pleitte voor ‘erkenning van die verschillen’.
De bewindslieden wisten niet zo goed wat ze met dit voor hen verrassende geluid uit de vrouwenbeweging moesten. De heren zeiden dat ze ‘erover piekerden’, al wilden ze liever ‘genderneutraal beleid’, zo zei staatssecretaris Van Rijn. Emancipatieminister Jet Bussemaker was stelliger. “Je wilt dat je van die verschillen afkomt, ik ben tegen beleid dat zich vooral op vrouwen richt.”
Bron: Trouw