Endoscopie kan een krachtig middel zijn bij de diagnose en behandeling van dikkedarmkanker, een van de meest voorkomende vormen van kanker. Dat stelde de nieuwe hoogleraar Maag-, Darm- en Leverziekten James Hardwick in zijn inaugurele rede op 18 september. “Endoscopie biedt in veel gevallen een goed alternatief voor een ingrijpende chirurgische ingreep.”
Dikkedarmkanker kan ontstaan uit een poliep, een woekering in het slijmvlies van de darm. Om kanker te voorkomen is het belangrijk om alle poliepen te vinden en te verwijderen. Maar dat is moeilijk, vertelt Hardwick. “Endoscopisten missen altijd een deel van de poliepen, gewoonweg omdat sommige poliepen heel moeilijk zichtbaar zijn.”
Hardwick verwacht veel van een nieuwe moleculaire beeldvormingstechniek waarover hij onlangs publiceerde: nabij-infrarode fluorescentie. “De patiënt krijgt een fluorescerend middel toegediend dat in de darmen specifiek aan poliepen hecht. Een colonoscoop met een speciale camera maakt dat we deze poliepen heldergroen zien oplichten.”
Minder complicaties
Het verwijderen van poliepen gebeurt in veel gevallen chirurgisch. “Chirurgen hebben het vaak over ‘een stukje van de darm wegsnijden’, maar dat vind ik veel te onschuldig klinken. Het is een zware operatie, met kans op complicaties als verklevingen, lekkages en infecties. En dat terwijl endoscopie een goed alternatief biedt. De techniek is inmiddels zo verfijnd dat we met endoscopie overal in de darm poliepen kunnen verwijderen. Poliklinisch en met een minimum aan complicaties.”
Hardwick vindt dan ook dat we vaker voor deze manier van behandelen moeten kiezen. “Dat kan als we werken aan meer kennis van de technieken, mogelijkheden en risico’s bij de endoscopisten zelf. Maar we moeten ook af van het feit dat de financiële vergoeding voor opereren relatief hoger is dan die voor endoscopisch ingrijpen.”
Lees hier het volledige artikel.