Cognitief gezonde mensen met samenklontering van de eiwitten amyloïde en tau in de hersenen hebben een sterk verhoogd risico om binnen 3,5 jaar milde cognitieve stoornissen of zelfs dementie te ontwikkelen.
Dat blijkt uit onderzoek van Alzheimercentrum Amsterdam, Amsterdam UMC en de Universiteit van Lund, Zweden. Het onderzoek, waarbij PET-hersenscans werden bestudeerd, is gepubliceerd in Nature Medicine.
Sinds enkele jaren kunnen onderzoekers eiwitten die de ziekte van Alzheimer veroorzaken zichtbaar maken met zogenaamde PET-hersenscans. Er is veel discussie over de rol van deze amyloïde- en tau- eiwitten. Een groep wetenschappers definieert de ziekte van Alzheimer op basis van deze eiwitten dus ongeacht de aanwezigheid van (geheugen)klachten. Een andere groep vindt juist dat de term ‘de ziekte van Alzheimer’ alleen gebruikt mag worden om mensen met objectieve cognitieve stoornissen te omschrijven. Voor hen spelen deze amyloïde- en tau-eiwitten een minder belangrijke rol.
Neuropsychologisch onderzoek
Onderzoeker Rik Ossenkoppele en collega’s verzamelden data van 1.325 individuen uit internationale studies uitgevoerd in Nederland, Zweden, Australië en de Verenigde Staten. Deelnemers aan deze studie kregen een amyloïde- en tau-PET-hersenscan bij hun eerste bezoek. Daarna ondergingen zij jaarlijks een neuropsychologisch onderzoek waarin onder andere het geheugen werd gemeten. Ook werd er jaarlijks door een neuroloog onderzocht of de deelnemers symptomen ontwikkelden die passen bij de diagnose milde cognitieve stoornissen of dementie. De deelnemers werden ruim 3 jaar gevolgd.
Lees hier het volledige artikel.