Gevolgen van COVID-19 voor de volksgezondheid

In de eerste maanden van de eerste golf werden vooral patiënten en zorgmedewerkers in het ziekenhuis getest op COVID-19. Hier ging ook veel aandacht naar uit, aangezien hier de grenzen van de capaciteit snel in zich kwamen.

Na 1 juni kreeg iedereen met milde klachten (koorts, hoesten neusverkoudheid, en/of verlies van reuk en smaak) de kans om zich te laten testen op SARS-CoV-2. Echter, niet iedereen met deze klachten laat zich testen en sommige mensen hebben geen symptomen.

Bloedonderzoek, waarbij men specifiek kijkt naar antistoffen tegen SARS-CoV-2, geeft daarom een beter beeld van het aantal besmette personen tijdens de eerste golf.

Van infecties tot sterfte: topje van de ijsberg?
In Nederlands is een dergelijk bloedonderzoek gedaan in een representatieve bevolkingsgroep. De resultaten uit de periode juni/juli geven een beeld van het aantal infecties uit de eerste golf. Hieruit bleek dat in deze periode 4,5% van de deelnemers antistoffen hadden tegen SARS-CoV-2 .

Met ruim 17 miljoen inwoners zou dit betekenen, dat bijna 800.000 personen een infectie hebben doorgemaakt tijdens de eerste golf. Uitgaande van 11.500 ziekenhuisopnames tot 1 juli (3), zou de kans op een opname na infectie ongeveer 1,5% zijn (Figuur 1). De kans op IC Intensive care opname, uitgaande van 2.900 opnames (4), is dan ongeveer 0,35%.

Lees hier het volledige artikel.