Jaarlijks krijgen ruim 6000 Nederlanders de diagnose blaaskanker te horen. Ongeveer een kwart van deze tumoren is al zodanig ver door de blaaswand heen gegroeid dat de blaas verwijderd moet worden om te voorkomen dat de tumor zich verder in het lichaam verspreidt.
Dit is een ingrijpende operatie, die de kwaliteit van leven van de (vaak al oudere) patiënten behoorlijk kan aantasten. Van de overige blaastumoren heeft ongeveer de helft het risico om door de wand van de blaas heen te groeien.
Om verder doorgroeien van deze meer gevaarlijke tumoren te voorkomen wordt de blaas nu – na verwijdering van de tumor – eenmalig behandeld met chemotherapie, gevolgd door 6-wekelijkse BCG-blaasspoelingen. Die blaasspoelingen zijn echter niet voor iedereen een optie, weet onderzoeker van de week bij KWF kankerbestrijding prof. dr. Ellen Zwarthoff, biochemicus op de afdeling Pathologie in het Erasmus MC in Rotterdam. Daarom gooit zij het over een andere boeg.
Cellulaire afvalverwerking
Zwarthoff richt zich in dit onderzoek op lysosomen. “Dat zijn de afbraakfabriekjes van de cel. Gebruikte eiwitten worden in de lysosomen kapotgemaakt, waarna de bouwstenen kunnen worden hergebruikt”, verduidelijkt ze.
Maar deze afbraak-units kunnen op hun beurt zelf óók kapot. En daar wordt het interessant wat betreft de bestrijding van tumoren. “Mijn Deense collega professor Marja Jäätelä heeft uitgevonden dat je lysosomen met bepaalde medicijnen kapot kunt maken. Wat er dan gebeurt, is dat de afbraakenzymen uit lysosomen terecht komen in de cel zelf en daar tekeergaan. Dan gaat de cel dood. Nu blijkt dat lysosomen met name in kankercellen veel kwetsbaarder zijn dan in normale cellen.”
Lees hier het volledige artikel.