Gespecialiseerde poli voor boezemfibrilleren werpt vruchten af

Coördinerende rol weggelegd voor verpleegkundig specialist.
Een gespecialiseerde polikliniek voor boezemfibrilleren zorgt voor een verlaging van heropnames en risico op overlijden.

Met name in ‘ervaren’ ziekenhuizen blijkt aanzienlijke winst te behalen door de zorg voor deze veelvoorkomende hartritmestoornis anders te organiseren.

De Maastrichtse onderzoekers trekken die conclusie uit een onderzoek na behandeling van iets meer dan 1.350 patiënten in acht Nederlandse ziekenhuizen. In het vooraanstaande wetenschappelijk tijdschrift European Heart Journal publiceren ze deze week hun resultaten.

In Nederland zijn zo’n 300.000 mensen die leven met boezemfibrilleren (ook wel atriumfibrilleren genoemd), de meest voorkomende vorm van een hartritmestoornis. Deze patiënten worden normaliter gezien op een algemene afdeling cardiologie door een cardioloog, die het behandeltraject coördineert. De praktijk leert echter dat richtlijnen dan niet voldoende worden opgevolgd en de behandeling dus niet altijd optimaal wordt uitgevoerd. Dat kan cardiovasculaire complicaties met zich meebrengen, waardoor een heropname nodig is of zelfs het risico op overlijden toeneemt. Om de zorg rondom boezemfibrilleren te verbeteren introduceerde het Maastricht UMC+ met succes een gespecialiseerde polikliniek voor boezemfibrilleren, ofwel de AF-poli.

Lees hier het volledige artikel.