Wetenschappers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en het Antoni van Leeuwenhoek hebben ontdekt hoe gespecialiseerde immuuncellen in staat zijn tot het opsporen en verwijderen van tumoren, die ‘onzichtbaar’ zijn voor de conventionele verdedigingsmechanismen van het immuunsysteem.
Deze resultaten verschenen in het tijdschrift Nature en kunnen mogelijk leiden tot nieuwe immuuntherapieën tegen kanker.
Het opsporen van abnormale cellen in ons lichaam is normaal gesproken een taak van conventionele T-cellen, witte bloedcellen die een belangrijke rol spelen in het immuunsysteem. Deze cellen kunnen vele soorten afwijkingen herkennen, zoals infecties met virussen en bacteriën. Maar het immuunsysteem heeft soms moeite om kankercellen op te sporen. Deze kwaadaardige cellen worden alleen herkend door T-cellen als er een specifieke molecuul aan verbonden is. Maar om te ontsnappen aan het immuunsysteem, missen sommige kankercellen dit molecuul, waardoor ze ‘onzichtbaar’ worden voor conventionele T-cellen.
Waarom werkt immuuntherapie bij deze patiënten?
Onderzoekers van het LUMC en NKI zagen onlangs echter een vreemd fenomeen: sommige patiënten met ‘onzichtbare’ tumoren reageren zeer goed op immuuntherapie tegen kanker. Bij deze therapieën wordt met name de activiteit van conventionele T-cellen aangewakkerd of versterkt door antistoffen.
Lees hier het volledige artikel.