Moet geslachtskeuze worden toegestaan in de Embryowet om dragerschap van ernstige geslachtsgebonden erfelijke aandoeningen te voorkomen? Over deze vraag wil minister Hugo de Jonge van VWS onderzoek laten uitvoeren.
Dat stelt hij in de nota ‘Medische ethiek’, die hij aan de Tweede Kamer stuurde en die vooral ingaat op ethische vraagstukken rond het begin én het einde van het leven.
De Jonge wil een breder maatschappelijk debat over geslachtskeuze bij een risico op dragerschap, omdat het huidige debat vooral in zeer specialistische kringen wordt gevoerd. Met geslachtskeuze om dragerschap te voorkomen wordt het risico op de betreffende ernstige aandoening definitief weggenomen. Maar, zo stelt De Jonge, er zullen ook embryo’s terzijde worden geschoven die geen risico op de betreffende ziekte in zich dragen. Eerder sprak het kabinet al af dat geslachtskeuze is toegestaan als daarmee een ernstige geslachtsgebonden erfelijke aandoening wordt voorkomen.
Behalve over geslachtskeuze bij een risico op dragerschap wil De Jonge zich ook meer verdiepen in de medische noodzaak en de ethische en juridische aspecten van het onderzoek met cybriden. Dit zijn combinaties van een menselijke celkern die wordt geïmplanteerd in een dierlijke cel waar de cel is uitgehaald. Hiermee wordt onderzoek gedaan, dat niet is toegestaan met menselijke embryo’s. Over het gebruik van cybriden is in de huidige wetgeving nog niets gereguleerd, maar dat moet volgens De Jonge wel gaan gebeuren.
Lees hier het volledige artikel.