Mogen mbo-wijkverpleegkundigen taken op hbo-niveau uitvoeren? Zorgverzekeraars en aanbieders zijn het oneens. ‘We zeggen ook niet: laat de verpleegkundige maar opereren.’
Er is een tekort aan wijkverpleegkundigen op hbo-niveau. Zorgaanbieders laten daarom ook mbo-verpleegkundigen bepalen hoeveel uren zorg cliënten krijgen. Maar volgens zorgverzekeraars kan deze taak- het zogenoemde indiceren – niet aan mbo’ers worden overgelaten.
Tot 1 januari bepaalde het CIZ, een onafhankelijke instantie, op welke verpleegkundige en persoonlijke zorg chronisch zieken thuis recht hadden. Er was veel kritiek op de bureaucratie die dat opleverde. Met ingang van 2015 is er een nieuwe wet, die bepaalt dat wijkverpleegkundigen zelf vooraf van elke cliënt moeten inschatten welke hulp nodig is.
In principe mogen alleen hbo’ers deze relatief complexe inschatting maken. ‘Het gaat veelal om patiënten met een combinatie van aandoeningen. Het vergt een generalistische blik en het vermogen om een verpleegkundige diagnose te kunnen stellen’, zegt Francis Bolle van de beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN).
In de praktijk blijken er veel te weinig wijkverpleegkundigen op hbo-niveau beschikbaar te zijn. Hbo-studenten verpleegkunde kiezen doorgaans liever voor een baan in het ziekenhuis. Volgens brancheorganisatie ActiZ is er nu een tekort van 1.100 hbo’ers.
De V&VN en de zorgaanbieders spraken daarom een overgangsregeling voor drie jaar af. Daarin staat dat ook mbo’ers onder bepaalde voorwaarden de verpleegkundige zorg in de wijk mogen indiceren. Het gaat dan om mbo-verpleegkundigen met minstens vijf jaar werkervaring die al zijn begonnen aan een hbo-opleiding.
Lees hier het volledige artikel.