De prognose van patiënten met asbestkanker is helaas erg slecht. Promovendus Laurel Schunselaar onderzocht een nieuwe gepersonaliseerde vorm van behandeling met bestaande chemotherapie. De resultaten stemmen voorzichtig positief.
Schunselaar richtte zich in haar onderzoek op de behandeling van borstvlieskanker, ook wel asbestkanker of mesothelioom genoemd. Als de eerste behandeloptie met chemotherapie niet aanslaat of de tumor terugkeert, is momenteel geen standaard tweedelijnsbehandeling voorhanden. “Er zijn heel veel middelen getest, maar geen van allen liet een gunstig effect op de overleving zien”, legt Schunselaar uit.
Testen in celkweek
Zij gooide het daarom over een andere boeg en ontwikkelde een model voor gepersonaliseerde behandeling. Dat werkt zo: bij patiënten met asbestkanker zit vaak vocht achter de long. In dat vocht zitten tumorcellen. Schunselaar ontwikkelde een methode om die cellen uit het vocht te halen en ze in het laboratorium te laten groeien. Vervolgens kon ze op de celkweek verschillende soorten en combinaties van bestaande chemotherapeutica testen. Als het middel in het kweekbakje aansloeg, werd het aan de patiënt gegeven.
Lees hier het volledige artikel.