Te veel suiker is ongezond. Dat weten we al. Maar waarom eigenlijk? Hoogleraar Christophe Matthys werpt zijn blik op hoe groot het effect is op ieder lichaamsdeel, van je alvleesklier tot je brein. ,,In een appel zit bijna evenveel suiker als in een glas frisdrank.’’
Vooropgesteld: suiker op zich is niet ongezond. Sterker nog: ons lichaam heeft die nodig om goed te functioneren. Suiker geeft energie, het is de benzine die ons op de been houdt. Zelfs in rust, want ons brein is een gulzige verbruiker. Voor een volwassene wordt aangeraden gemiddeld zo’n 50 gram suiker per dag te eten. Die vind je in de omgekeerde voedingsdriehoek in fruit, groente, peulvruchten, zuivel en graanproducten. Maar ook in populaire voedingsmiddelen zoals zoete (fris)dranken, snacks en ultrabewerkt, vaak calorierijk voedsel.
Er zijn verschillende soorten suikers, maar ze worden allemaal door ons lichaam gereduceerd tot enkelvoudige suikers: glucose, fructose en galactose. Toch is niet elke suikerbron hetzelfde. ,,In een appel zit bijna evenveel suiker als in een glas frisdrank’’, legt Christophe Matthys, hoogleraar Faculteit Geneeskunde aan de Katholieke Universiteit van Leuven, uit. ,,Maar die appel is een complexe voedselmatrix, waarin alle stoffen met elkaar samenwerken. De suikers in de appel zitten verpakt in vezels en worden daardoor veel trager geabsorbeerd door ons lichaam dan die in dat glas frisdrank.’’
Lees hier het volledige artikel.