Gemeenten bezuinigen veel meer op de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) dan nodig is. Die bezuinigingen lopen op tot gemiddeld 22 procent. De rijkskorting op het overgehevelde Wmo-budget is over 2015 gemiddeld 11 procent. De tarieven die gemeenten vanaf januari hanteren, lopen onderling gigantisch uiteen.
Uitschieters
Het gemiddelde kortingspercentage van 70 (van de 162 onderzochte) gemeenten ligt op 17 procent, met zowel uitschieters naar boven (30 procent) als naar beneden (10 procent). Deze gemeenten hebben een generiek kortingspercentage doorgevoerd of hanteren een standaardtarief als maximum waaronder marktpartijen kunnen inschrijven. Bij de 92 onderzochte gemeenten die de producten en tarieven eenzijdig hebben bepaald – en waarbij zorgaanbieders geen (prijs)offerte in hoeven te dienen, maar alleen akkoord kunnen gaan met de gemeentelijke tarieven – lopen de verschillen nog sterker uiteen. Er zijn tariefverschillen ontdekt van meer dan 100 procent. Dat blijkt uit onderzoek naar Wmo-tarieven dat door hoogleraar inkoopmanagement Jan Telgen en onderzoeker Niels Uenk van de Universiteit Twente, op verzoek van Binnenlands Bestuur, is uitgevoerd.
Financieel risico
Door lage tarieven te hanteren, wordt het financiële risico van gemeenten beperkt en voor de marktpartijen vergroot, stellen Telgen en Uenk. Wat de gevolgen voor de zorg- en hulpbehoevende zijn, is niet onderzocht. Voor dit onderzoek hebben de onderzoeker ingezoomd op de Wmo-tarieven van 162 gemeenten.
Lees hier het volledige artikel.